(2005)
Al jaren train ik voor mezelf en zonder mijn loopmaat had ik het nooit volgehouden. Of is het nog sterker: zo nu en dan moet ik voor mezelf trainen om mijn loopmaat bij te kunnen houden. Mijn loopmaat is mijn trouwste vriend, ook buiten het lopen is hij een echte makker. Twee of drie keer per week gaan we samen lopen. Een vereniging kan daar niet tegenop, want ik heb een onregelmatig bestaan. Huib, zo heet hij, spreekt trouw met mij af. ’s Avonds laat of ’s morgens vroeg. Hij werkt sinds enige tijd niet meer en kan zich altijd aan mij aanpassen. Lees verder