interview Cees Timmer Helderse Courant

Het licht ’s morgens vroeg aan, het begin van een drukke dag

Cees Timmer over het parcours in Oosterend

Texel – Zondagnacht om vier uur zet hij het licht aan op de wielerbaan in Den Burg, dat een half uur later als startplaats fungeert voor de wedstrijd over 120 kilometer. En dan gaan de handen uit de mouwen. Voedselpakketten uitdelen, pijlen in de grond slaan, tussentijden noteren en de finish in goede banen lijden. Cees Timmer, die bij de allereerste ‘De Zestig van Texel’ al van de partij was en ook tijdens de tiende editie een flinke steen bijdraagt, levert op tweede paasdag zo zijn eigen sportieve prestatie.

Een groot evenement kan niet zonder vrijwilligers. Op Texel zullen er maandag alles bij elkaar 150 in touw zijn, om de tweejaarlijkse ultraloop tot een succes te maken. ,,Er zijn een stuk of zeventig mensen nodig om de posten en de verzorgingsposten te bemannen”, zegt Timmer, die als lid van de organisatiecommissie de trefwoorden ‘parcours, vrijwilligers en website’ achter zijn naam heeft staan. ,,Daarnaast zijn er de tijdwaarnemers, juryleden, de opvangauto’s die uitstappers oppikken en niet te vergeten de bezemwagen. Op twaalf punten staan kramen, waar de hardlopers terechtkunnen voor bananen, ontbijtkoek, cola en sportdrank. Die worden uitgereden en weer opgehaald door een grote vrachtwagen. Er zijn nogal wat dingetjes die gebeuren moeten.”

Knopen

De organisatie treft dan ook al in een vroeg stadium de eerste voorbereidingen. ,,Nog voor de zomer komen we al bij elkaar. De inschrijving start zeven of acht maanden van tevoren en dan moeten er knopen zijn doorgehakt. Zeker als we veranderingen willen doorvoeren, is het belangrijk om die op tijd door te spreken.”

Zoals dit jaar. ,,We hebben de wedstrijden over 28 en 32 kilometer uit het programma gehaald”, aldus de in Oosterend woonachtige Timmer. ,,Er wilden steeds meer lopers solo aan de zestig kilometer meedoen, maar om logistieke redenen kunnen we maar een gelimiteerd aantal atleten toelaten. Daarom is besloten de twee kortere afstanden eruit te gooien en ons te beperken tot de zestig en 120 kilometer en de estafette van vier keer vijftien kilometer.”

Voor de deelnemers in laatstgenoemde categorie is er ook iets gewijzigd. ,,We hebben een wisselplaats veranderd. Het was vorige keer boven op de dijk, maar daar waaide het behoorlijk. Dan stond je als vrijwilliger echt te blauwbekken. Nu wordt er bij hotel Prins Hendrik gewisseld. Loopt ook een stukje mooier, langs de molen en over het sluisje. Voor ons is het wel wat extra werk geweest. Hoe pakken we dat aan? Er doen weer meer estafetteteams mee en met eigen vervoer. Dan praat je al gauw over tachtig of negentig auto’s. Die moeten wel ergens kunnen staan.”

Nieuw is ook het gebruik van elektronische tijdwaarneming. ,,Op elk meetpunt stonden altijd vier of vijf mensen om de tijden en rugnummers op te schrijven. Dat was best stresserig werk. Dan hadden de atleten hun trui nog aan of hun nummer waaide net omhoog. Moest je iemand weer terugroepen, want je wilt toch iedereen genoteerd hebben. Een hele verbetering, dat het nu automatisch gaat.”

Toch blijft het een hectische dag, die voor Timmer zelf al heel vroeg begint. ,,Om vier uur ’s morgens ga ik naar de startplaats van de 120 kilometer op de wielerbaan om het licht aan te zetten. Daar moeten we ook voedselpakketten uitdelen en fietsers aan lopers koppelen. Omdat het dan nog aardedonker is, rijden we na de start naar een aantal punten die wat penibel kunnen zijn. Daar willen zelfs Texelaars nog wel eens verkeerd lopen. Ik meet zelf ook de tussentijd op, dat probeer ik op drie punten te doen, en er moeten nog een paar pijlen de grond in. Als ik dan zo’n beetje het hele eiland rond ben geweest, ga ik door naar de start van de zestig kilometer. Daarnaast ben ik ook nog finishcoördinator. En als de prijsuitreiking achter de rug is moet alles worden opgeruimd. Al met al een aardig drukke dag.”

De Texelaar, die jarenlang bestuurslid was van Atletiekvereniging Texel en nu nog als trainer aan de club verbonden is (‘Ik loop zelf ook nog, deed vroeger marathons, maar dat wilde na het scheuren van mijn enkelbanden niet meer’), heeft het er graag voor over. ,,Ik vind het nog steeds leuk. Vooral de positieve reacties die je na afloop krijgt van lopers die het geweldig hebben gevonden. Je hoopt altijd dat er geen noemenswaardige dingen fout gaan. Eén keer kon het niet doorgaan vanwege de MKZ, maar verder zijn er gelukkig nooit vervelende zaken voorgevallen. Sportief gezien heb ik vooral bewondering voor deelnemers. Jaap Vis gaat bijvoorbeeld voor de tiende keer de zestig kilometer lopen. Dat vind ik knap.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.