Verhaaltje over heren in het zand

Woensdag 11 april 2007 

Dhr Tel zit al een paar uur tussen de duinen als er plotseling een hardloper door het blikveld van zijn verrekijker loopt. Hij is geirriteerd. De strandplevieren die hij gadesloeg in hun ijver om voedsel te vinden vliegen verschrikt op. Dat is slecht voor hun energiebalans: ze stoppen met eten en gebruiken energie. Texel is een tussenstop, ze vliegen door naar het hoge noorden. Nog een heel eind te gaan. Zo’n hardloper kan daar niet aan tippen. De komende uren zal de ergernis van de heer Tel oplopen als steeds meer lopers het anders zo stille stuk strand doorlopen en uiteindelijk zal hij een andere locatie opzoeken. Later als hij hoort dat de lopers 2 maal rond het eiland lopen, weet hij toch waardering op te brengen voor die rare ultralopers. Maar bij de gedachte aan de prestatie van de vuistgrote trekvogels die jaarlijks heen en weer vliegen tussen Spitsbergen en Afrika vind hij de prestatie van de hardlopers nogal overtrokken.

Mw. Droogjes bemant de kraam bij de eerste strandafgang. Haar man doet mee aan de eerste 28 kilometer en ze vindt het maar wat knap van hem. De eerste 120 kilometerlopers komen door voor de tweede keer en ze is blij dat het zover is. Ze staat hier al zo lang. De wind is west, en het is niet koud, maar het lange staan verkleumd haar. De hardlopers hebben nauwelijks kleding aan, korte broeken, shirtje. Die moeten het toch ook koud krijgen? ze lijken nergens last van te hebben. De eerste 60 kilometer lopers komen dan pas een uur later door. Al die tijd is ze op haar post gebleven. Het veld van de zestig kilometer ligt dicht op elkaar, snel komen de lopers nu voorbij. Ook haar man komt voorbij, ze is verbaasd over zijn fanatieke en bezwete uiterlijk. Anders doet hij het altijd rustig aan, nu blaast en hijgt hij, en hij zwoegt door het mulle zand. Ze weet dat het nog een tijd gaat duren voordat ook de estafette voorbij is. Toch is ze de kou vergeten, ze maakt zich zorgen om haar voortploeterende man. Het zal toch wel goed gaan? Later die dag ontmoeten ze elkaar weer in de sporthal in den Burg, hij kapot, maar toch goed aangekomen, zij koud, maar apetrots.

Dhr Zwoeger loopt op het strand bij de Koog. Het waanzinnig zware strand, met schuimende eiwitvlokken die alles aan je zolen vastplakken. Hij maakt zich zorgen, het is zijn derde 60, hij heeft goed getraind, maar dit is wel erg zwaar. En als je het strand af bent zit je maar op 1/3e van de tocht. Hij is bang dat het te zwaar is en neemt gas terug. Hij is met een grote groep lopers voor aan het veld meegegaan, maar haakt af. Plotseling ziet hij vanuit zijn ooghoeken een loper door zee komen. Naast de vloedlijn ligt nog een stuk strand, dat ongeveer 1/3e van de tijd overspoeld wordt. Daar loopt iemand, en hij komt snel voorbij. Ik ga daar niet lopen, denkt hij. Hij weet dat hij blaren krijgt in het water. Bovendien moet je ook nog door een stuk water heen voordat je daar bent. Hij ploetert voort. Later, bij de finish moet hij nog even denken aan die gek in het water. Zou die het nog gehaald hebben? Zijn blaren (door het vele zand) laat hij doorprikken bij de EHBO. Hij is dolblij dat hij het deze keer toch in een goede tijd gedaan heeft.

Bij de overgang naar de Dijk staat Hanna. Ze ondersteunt de mensen bij de kraampjes, en zwerft het hele eiland rond, maar nu is ze vlak bij huis. Ze vindt het fantastisch om al die hardlopers langs te zien komen. Soms wordt ze gegroet, ze kent niet iedereen, maar zwaait blij terug. Het verdriet is gesleten, maar nog steeds voelbaar. Soms denkt ze terug aan Jan, soms is ze vervuld van het gebeuren vandaag. En soms is het alsof hij door de duinen aan komt rennen, zijn voeten ongehinderd door het mulle zand. Hij is nog steeds de leading man, zij is nog altijd de beschermvrouwe van de 60.

Dhr Fiets maakt zich zorgen. Langzaam is dhr Voogt samen met een 40+ loper ingelopen op zijn kameraad, die niet bij machte lijkt dit tegen te gaan. Bezorgd vraagt hij naar zijn hartslag. Zijn vriend kijkt en ziet dat hij te hoog zit. Hij vertraagd nog iets en meteen wordt hij ingehaald en voorbij gelopen. Toch ontstaat er nauwelijks een gat. Bij de passage aan het begin van de dijk loopt zijn vriend opeens weer voorop. Hij informeert nog eens naar zijn hartslag en merkt dat zijn vriend zich goed voelt. Langzaam nemen de zorgen af. Het gaat goed komen vandaag.

Dhr Hol heeft zich overschat vandaag. Hij dacht met de eerste groep mee te kunnen, maar de groep is uit elkaar gevallen. Hoewel hij er het langst van allemaal het tempo heeft kunnen houden vloeien de krachten uit zijn benen weg. Nog 15 kilometer, het wordt een zware dag. Plotseling komen hem een paar man voorbij lopen. Die zaten niet in de eerste groep denkt hij verrast. Hij weet niet of hij het dapper geprobeerd heeft of dat hij gewoon te hard is weggegaan. Hij ploetert door en zal toch nog goed binnenkomen, maar de beoogde tijd haalt hij niet.

Dhr Baars komt dhr Vis tegemoet op de fiets. Blij en enthousiast begroeten ze elkaar. Mag ik bij je achterop, grapt dhr Vis nog tegen dhr Baars. Liever niet, hij kijkt wat zuinig, alsof het slecht is voor zijn fiets. Ze lachen en dhr Vis zegt dat het de mooiste kilometers uit zijn Texel loopbaan zijn. Aankomen als 2e, als eerste 50 jarige. Nog steeds lachend loopt hij over de finish. Hij schijnt nog steeds te lachen.

De heren Marel, Ruiter, Lust en Epskamp zijn dan al binnen. Ook zij zijn vrolijk en trots op hun prestatie. Een fantastische dag, met een enorm zwaar strand. Onder de douche valt het zand van ze af. Er is natuurlijk strijd geweest, maar nu na aankomst is er vooral de onderlinge waardering. Soms kijken ze even pijnlijk. Maar altijd met een zweem van geluk.

Vader Jaap (die gek die over water liep)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.