Marc Papanikitas over De Zestig van Texel 2009

Voor velen was de 10e editie van De Zestig van Texel op 13 april 2009 er een met een dikke rouwrand: daags ervoor was de bekende ultraloper André van de Vliert onverwachts in zijn slaap overleden. In zijn boek Zwart Wit verhaalt Marc Papanikitas over zijn emoties tijdens de race. 

De Zestig van Texel (2009)

Vooraf

Het werd een bijzondere race, die 10e uitgave van de 60 van Texel.

De druk lag hoog vermits ik er de laatste grote wedstrijden geen lap van gebakken had. Aan de organisatie had ik gevraagd, ten einde de grote drukte te vermijden en niet aan iedereen te veel uitleg te moeten geven, om mijn nummer vooraf te krijgen. We hadden ook opzettelijk een bungalowtje gehuurd ver van de plaats waar we moesten lopen, zodat ik zeker voor en na de wedstrijd niet te veel gekend volk tegen het lijf zou lopen. 

Startveld, favorieten

Aan de start veel volk, vijf topfavorieten. Tweevoudig winnaar Veron Lust, winnaar van vorig jaar, Jan van de Marel, Gino Casier, ook tweevoudig winnaar ikke en neofiet op de lange afstand Thomas Miedema. De jongste van de hoop met de snelste marathontijd (2h28′) en de grootste klep. Vooraf had hij aangekondigd dat hij niemand vreesde, dat hij vlot zou winnen in een parkourrecord. Hij had zich formidabel voorbereid, de omloop tot in de puntjes verkend en bekeken, getraind op het strand.

 

Net voor de start

Samen met Gino Casier (die ook met zijn gezin naast ons logeert en heel de week op Texel blijft) arriveer ik een klein half uur voor de start. We lopen wat los en vermijden alle tumult en mensen die onze aandacht proberen te trekken om een praatje te willen slaan. En zo geraken we aan de startlijn. Jan van de Marel en ik worden gevraagd om vooraan te gaan staan.

 

Paniek, slecht nieuws

Liesbeth Janssen, organisator van de befaamde 100km van Winschoten en recent verkozen tot Lid van de Internationale Ultrafederatie IAU, mag het startschot geven.

Plots wordt er een minuut stilte gevraagd. André van de Vliert blijkt zondagnacht in zijn slaap te zijn overleden. Het is alsof men met een voorhamer op mijn hoofd slaat. Ik paniekeer, begin te trillen als een espenblad, tranen rollen over mijn gezicht.

André was een goede vriend, ik wist van niets, terwijl anderen het nieuws gisterenavond al vernomen hadden. Zowel Liesbeth als Ed, die achter mij staat in het startvak zien mijn paniek. Starten hoeft voor mij eigenlijk niet meer. Mijn benen zitten vol lood, mijn hoofd tolt, ik krijg een black-out, de tranen blijven maar stromen, ik krijg geen lucht meer. Beelden van de dood van Inez razen door mijn hoofd, God alweer.

We zijn nog drie minuten van de start verwijderd. Ed en Liesbeth praten me erdoor.

 

De race

Het startschot gaat, ik neem onmiddellijk de leiding, wil even weg zijn, doorademen, de benen hun werk laten doen. Ik voel direct dat dit een klote race gaat worden. De soepelheid die ik gisterenavond bij het loslopen had is weg. De focus is weg, ik ben volledig uit balans.

Na 5km beginnen we aan de lange aanloopstrook naar het strand. Thomas Miedema is in mijn spoor komen lopen, Jan, Veron en Gino volgen net achter ons. Het is zoeken naar een beloopbaar traject. We hebben wind tegen en veel los zand. Hier verliezen we veel energie, de spanning tussen Thomas en mij is te snijden. Jan en Veron sluiten aan.

 

Twee kilometer verder komen we op het eerste stuk strand, het ligt er niet gemakkelijk bij. Het is constant zoeken naar beloopbare stukken, de wind raast tegen ons in. Thomas blijft achter mij als een schaduw, Jan en Veron zijn gelost. We hebben onze eerste versnelling hier al geplaatst.

Zo gauw we van het strand komen, na een twaalftal kilometers gelopen te hebben, neemt Thomas de leiding en plaatst een démarrage. Ik laat hem doen. Douwe, mijn fietsbegeleider staat trouw op post en de vooraf afgesproken strategie lijkt in tegenstelling tot twee jaar geleden te slagen. Elke 5km krijg ik trouw mijn Leppin-drank. Ik ben de enige van de toppers die een fietser als begeleider heeft. Het heeft het verschil gemaakt, blijkt later. Thomas moet aan elk willekeurig geplaatste drankpost stoppen waardoor ik hem voorbij loop en hij steeds het gat moet dichten en afstand nemen. Het kost hem veel energie. Ook de kortste weg nemen blijkt hij nog niet geleerd te hebben. Zo maak ik een gat van bijna 30 meter dicht door gewoon mijn hoek goed aan te snijden. Het zijn die psychologische spelletjes, de ervaren trucjes van een ouwe vos die dat jonkie doen bloeden op het einde van de race. Het is het enige verweermiddel dat ik heb, want Thomas is wat betreft snelheid een klasse beter dan ik, dat zie en voel ik direct.

 

Tussen de twee strandstroken in kom ik soms in zijn spoor. Onze eerste conversatie vindt daar dan ook plaats. Hij maant me tot kalmte aan en zegt dat ik op het strand weer de leiding mag nemen. De wedstrijd begint pas aan 40km zeg ik diplomatisch en een beetje geïrriteerd.

Het tweede stuk strand ligt er beter bij, ik loop weer aan de leiding, Thomas is the shadow. We laveren tussen de toeristen en zandkastelen. Douwe rijdt een paar bouwwerken volledig in de vernieling met zijn fiets.

 

Afstand

We komen van het strand af, alweer versnelt Thomas, ik los. We hebben wind mee, ik zit al stuk. Het klimmen en dalen tussen de duinen begint nu. We zijn 22km ver, nog 38 te doen en ik ben nog geen enkele meter in mijn ritme geweest. Het loopt stroef. En toch heb ik het gevoel dat het mijn race gaat worden. Ik blijf kalm, loop mijn eigen tempo en hou Thomas in de gaten. Hij pakt vijftig seconden op mij.

 

De kentering

Aan dertig passeer ik in 2h02′, het parkourrecord is al uit mijn hoofd gezet. Rond 33km zeg ik tegen Douwe dat hij Thomas in het oog moet houden. Zijn soepele tred is er uit, het gaatje wordt kleiner. Aan kilometer 35 weet ik dat ik de race gewonnen heb. Thomas sputtert, alles wordt hoekiger. De temperatuur loopt erg op, zweet droogt direct op vanwege de wind die mee blaast. Ik drink consequent om de 5km mijn Leppin en koel me af met sponzen.

 

De genadeslag

Veertig kilometer, ik ben bij Thomas, hij staat stil aan een bevoorradingspost. Ik loop hem heel snel voorbij, hij probeert aan te pikken en zegt om de pijn te verzachten, nog maar een kleine 19 kilometer. Ik antwoord, de race begint aan veertig!

Gek, want net op dit punt heeft Jan van de Marel me twee jaar geleden ook gepakt, aan hetzelfde kraampje. Ik schroef het tempo op, wil hem onmiddellijk het genadeschot geven. Hij lost direct en krijgt op 1km 80 meter aan zijn broek.

 

Het einde

Tot aan 45km blijf ik gaan, Thomas loopt al op enkele minuten. Dan begint mijn motor ook te sputteren, ik schakel terug en probeer kalm te blijven. Ik loop langs het punt waar ik er twee jaar geleden de brui aan gaf.

De laatste 10km zijn echt afzien. Alles doet pijn, nu komt de rekening van het eerste stuk strand. De omloop blijft klimmen en dalen en elk klimmetje prikt.

Nog 5km te gaan, verdomme wat duren die kilometers lang. Ik vraag constant waar Thomas zit, maar iedereen die rond me fietst verzekert dat hij op bijna twee kilometer van mij zit.

 

De finish

Ik kom aan, maar echt ontladen als winnaar zit er niet in. Dit was echt een klote race. Ik moet direct aan een interview beginnen: de race is voor André en de rest is niet meer van belang, zeg ik. Ik krijg een stoel en dekens. Tranen zijn niet meer te stoppen. Liesbeth komt me troosten. Als ik het geweten had, dan had ik het anders aangepakt, zei ze.

Thomas komt 8′ later aan, hij is een slechte verliezer, je ziet het aan hem, je voelt het. Dit wil hij nooit meer doen, zegt hij. Jan wordt 3e, op ruim 9′ en Gino vierde op bijna 20′

 

Epiloog

De dood van André heeft bijna heel ons doen en laten voor, tijdens en na de race beïnvloed, en terecht natuurlijk. Het valt daarom heel moeilijk om een successtory te schrijven en er euforisch over te doen.

Ik was goed voorbereid en heb gelopen op ervaring, karakter en intuïtie. Ik heb vooral niet gewoekerd met de beperkte krachten die ik had, zo energiezuinig mogelijk gelopen en elk paniekmoment kon ik vrij goed onder controle houden.

Bron: Papanikitas, M. (2010). Zwart Wit, Uitgeverij Hardlopende Zaken, Deventer. 

©  Uitgeverij Hardlopende Zaken

Overname niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van de uitgever; het E-mailadres  is  

Wilt u meer lezen van Marc Papanikitas? Bestel zijn boek Zwart Wit (ISBN 978-90-79426-12-6) via de site http://www.hardlopendezaken.nl     

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.