De Zestig van Texel 1993

DE 60 VAN TEXEL door Gerrit Glas

Op gevaar af dat heel Texel e.o. over twee jaar mijn zielenroerselen weer uit hun verband gerukt, in de dan ongetwijfeld ook weer fraaie catalogus van de 60 aller 60’en ziet afgedrukt (toe maar, hoor!), zet ik me achter de schrijfmachine.

Ik ben maandag zo’n beetje de hele weg bezig geweest om iedereen, maar vooral natuurlijk de dames-engelen van Texel te overladen met lof & dank wegens de geboden gelegenheid om weer eens lekker uit te hollen in gezonde lucht en een rustieke ambiance (meneer woont in Den Haag!). Maar voor de archieven etc. moet het ook nog schriftelijk worden bevestigd : de tweede Rondom Texel was weer zo’n loopevenement, dat ik mij ver in het volgende millenium, als ik oud geworden zal zijn, nog zal herinneren. Dan zijn het onverwelkbaar tedere herinneringen geworden aan een fantastisch georganiseerde loop over een verrukkelijk eiland. Maar bovenal zal ik dan tegen de andere oude rakkers in het verpleeghuis zeggen dat je daar en toen nog mensen had die s f e e r wisten te scheppen. Alleen al dat binnenkomen, met een aparte enveloppe voor nummer 1000 en nog apart gemaakte mini borst- en rugnummers. Ik heb ze op m.i. tamelijk bevallige wijze geshowd op mijn frisrode PTT shirt, aan de engelen van de inschrijving.

Ik zit nog volop in wat James Fixx in zijn runningbook noemde The Afterglow, en al die kilometers op zeer verschillende soorten vloerbedekking passeren in mijn hoofd nog eens. Inn de benen zijn ze nu, twee dagen nadien, nauwelijks meer voelbaar, dus de loop is technisch goed afgewerkt. Heerlijk, dat mystieke lijden in Oosterend, als je 15 kilometer moet lopen alsof je een beginneling bent. Dat peilloze verlangen naar die finish. En dan die harde mentale klap bij het bordje ‘5 km’ dat m.i. een kilometer te ver was neergezet : mooi psychologisch trucje van jullie. Daarna de oppepper dat ‘1 km’ zo onverwacht snel kwam.

Het is een niet publicabel detail, maar mijn stoelgang heeft zich nog niet genormaliseerd na al de ontbijtkoek die ik op uitnodiging/aandringen/bevel van de schatten aan de verversingsposten, naar binnen heb gewerkt, na mijn uitlatingen ter faveure van deze maagvulling.

Bedankt ook voor de mooie bokaal. Mijn kinderen smalen : “Kunst, pa, geen concurrentie.” Maar dan zeg ik : “Ho, ho, de concurrentie was er wel, maar liep die maandag met een hondje te wandelen in het park.” Wandelen zal ik misschien ook nog wel eens moeten, maar dan niet met deen hond, want zo’n exemplaar heeft me op het tweede stuk strand aan gevallen, en de eigenares maar roepen : “Waldo’tje, niet doen, kom bij ’t vrouwtje.” Maar dat kreng van een Waldo’tje ging rustig door naar mijn nummer 1000 e.o. te happen. Even later kwamen we de zandsuppletiebuizen tegen. Ik besloot er met een enigszins elegante zwaai overheen te klimmen, maar mijn vriend Kees Beers uit A’dam vertelde later dat hij er in de lengte overheen gelopen was. Hij had er alleen een paar spelende kinderen af moeten ‘meppen’ (Ja, je moet hard zijn, anders wordt ’t niks met die 60)

Nu nog wat over mijn tijd. Aangezien ik de vorige keer 6:10,09 had gelopen startte ik op een schema van 6:10,08 want stilstand is achteruitgang. Wat een miskleun nu, dat ik bij benadering van Oudeschild, na mijn neus gesnoten te hebben, mijn zakdoek verloor en stil hield om die op te rapen. Daar is mijn schema jammerlijk in duigen gevallen. Nu zal ik me in elk geval weer duizenden kilometers training moeten getroosten om in 1995, bij de nadering van mijn 68-ste verjaardag, desnoods met een vieze neus aan de finish te komen, maar dan wel in 6:10,08. Immers : nu werd her wéér 6:10,09 ……..

Om mij de vermoeienissen van de reis Den Haag-Texel deels te besparen en daarmee de kans op die recordtijd te vergroten, heb ik in overleg met mijn Bep besloten dat wij dichter naar Texel (en heel dicht naar de fam. Anker!) opschuiven en in januari 1994 in Heerhugowaard gaan wonen. ‘Back to the roots’ (West-Friesland). Ann krijgt het adres nog wel. Ik mag de Dijk te Broek op Langedijk opnemen in de nieuw te creëren looproutes van Asfaltslijperij Glas B.V., dan krijg ik daar een slokje thee en een plak ontbijtkoek.

Genoeg nu. Ik bedank nogmaals burgemeester Schipper en zijn vrouw voor de aan- moedigingen, allen die bij organisatie, wegbewaking en ravitaillering, publiciteit, handgeklap enzovoort betrokken waren, voor dit mooie loopfeest. Tot …. 17 april 1995 b.l.e.w. Jullie nummer 1000: Gerrit Glas

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.