De 120 van Texel: ‘het was slechts een training …

Léonie van den Haak 

Voordat ik ook maar voet op Texel had gezet was er al een heel oeuvre aan liedjes die toepasselijk zouden moeten zijn voor wat er allemaal plaats ging vinden op 2e paasdag. Ik zou wa-wa-wa-waanzinnig dromen en ook het tietenlied van Kinderen voor Kinderen passeerde op een vreemde manier de revue. Maar goed, de voorbeschouwing is altijd makkelijk en vaak anders dan de realiteit blijkt te zijn dus ging ik maar gewoon, zonder liedje in m’n hoofd van start bij de 120km in de vroege, vroege ochtend. Samen met zo’n 35 andere dappere strijders vertrok ik om 4.35 op weg naar 2 rondjes wielerbaan, 1 stuk donkere dijk, een kronkelig fietspad, 2 strandpassages, een keerpunt, weer 2 strandpassages, het ineens nog langer lijkende kronkelige fietspad en een lange rechte streep dijk naar de finish. 
Rustig aan moest het gaan. Het was slechts een training. En dus zag ik vooraan het echte loopgeweld al een aardige voorsprong pakken en liep ik ontspannen naast m’n Texelse fietseres Els de zonsopkomst tegemoet. De weersvoorspellingen varieerden van zonnig tot bewolkt en een beetje regen. Uiteindelijk kregen we wolken, regen en aardig wat wind wat te verwerken, maar ik had al snel de acceptatie-modus geactiveerd. Veranderen kun je het niet, wel hoopte ik dat het strand er dan als tegenprestatie goed bij lag. Terwijl ik voor de 1e keer het strand op draaide realiseerde ik me hoe heerlijk het is om even helemaal alleen op de wereld te zijn met hardloopschoenen aan. Niks anders dan het water rechts en je ademhaling als metronoom. Het 1e stuk strand lag er prima bij en ik zweefde langs de vloedlijn. Er waren slechts een paar mensen te bekennen zo vroeg. In de verte zag ik dat 3 mensen aan het zwemmen waren in roze wetsuits. Ze waren vast aan het trainen voor een triathlon, of hadden gewoon zin om de dag lekker fris te beginnen. Terwijl ik dichterbij kwam hadden zij het wel gezien in het water en liepen het strand op om hun wetsuits uit te trekken en ergens op het droge een warme douche te nemen. Maar die wetsuits gingen niet uit. Ze konden niet uit. Ze zaten vast……ohw my god: ik zag TIETEN! En een piemel. Met haar! Waarom moet je toch ook altijd kijken naar dingen die je niet wilt zien?! Needless to say: vanaf hier had ik de rest van de wedstrijd wel een liedje in m’n hoofd: 

Hellup, hellup, HELLUP: ik zie TIETEN! 

Na dit intermezzo was de grote vraag natuurlijk hoe het 2e stuk strand, en dan met name de Hors zou zijn. Ik had het rondje op Texel inmiddels al 3 keer gelopen en telkens wachtte me daar een onaangename verrassing. Behalve nu. Perfect te belopen, geen enkele reden om even ouderwetsch te vloeken. En ook geen tieten en piemels. Eigenlijk genoot ik best een beetje van het strand dit jaar. De koploper bij de mannen, Paul Giblin, kwam me tegemoet toen ik de Hors trotseerde. Niet ver daarachter volgden de rest van de toplopers. Ik wenste ze succes en zag uit naar het keerpunt. Met trainer Gerrit had ik afgesproken om met name het 1e rondje rustig te lopen en in het 2e rondje te kijken hoe de vlag erbij hing. Mijn geplande 5u30 vond hij iets te rap en ik verwachtte dan ook dat hij niet blij zou zijn om me na 5u27 al bij het keerpunt te zien. Sterker nog, hij stond er nog niet eens. Oeps…… 
Het was leuk om alle 120km lopers op het strand en rondom het keerpunt tegemoet te lopen. Een paar snelle mannen, een hele snelle Mildred die allang gedoucht zou zijn als ik bij de finish aankwam en m’n eigenste bud Ritchie. Het zouden voorlopig de laatste bekende gezichten zijn die ik tegemoet liep, vanaf nu was het wachten op het moment dat de horde 60km lopers me zou inhalen van achteren. Vorige keer dat ik de 120km liep werd ik bij de Hors al ingehaald door het peloton. Ik liep te vloeken en de 60km lopers vlogen me aan alle kanten voorbij. Dit keer bleef het rustig en liep ik, nog voor de 60km koplopers het 3e stuk strand af. Inmiddels waren er wat meer mensen gearriveerd langs het parcours, maar nog steeds was het oorverdovend stil op de meeste stukken. Gerrit stond zijn 60km lopers op te wachten op het strand en keek me streng aan. Wel met een glimlach, hij zag vast dat ik nog steeds ontspannen liep en er plezier in had. En dat was ook zo. Met dat inmiddels best irritante liedje in m’n hoofd uiteraard. 

Ik was niet van plan om iets van een strijd te gaan voeren om een plaats of tijd, en toen m’n horloge ermee op hield had ik überhaupt geen idee meer waar ik was en hoe hard het ging. Prima. Zalig zijn de onwetenden. Op gevoel lopen heeft me nooit windeieren gelegd, dus recht zo die gaat met volle wind tegen vooruit. De vuurtoren bij de Cocksdorp zie je al heeeeeel lang aan de horizon, en dat ding komt maar tergend langzaam dichterbij. Heuveltje op, heuveltje af, wind tegen, nog meer wind tegen, een bak regen en nog maar weer een heuveltje. Eindelijk werd ik, na 85km, ingehaald door de 2 koplopers van de 60km. Niet lang daarna volgden ook de nummers 3, 4 en 5. Ze gingen me zo hard voorbij dat ik stil leek te staan maar ik had mezelf wijsgemaakt dat ik die heuveltjes met ketchup en mayo op zou eten, en dan een lange rechte strook heerlijk asfalt als toetje zou verorberen tot de finish. Kleine stukjes van 5km per keer. Met de wind eindelijk in de rug. Van post naar post, en zo af en toe een aanmoediging van een snelle 60-ert. Je komt vanzelf bij de finish. 

Ik wist dat als je bij de haven van Oudeschild bent het 115km punt snel zou volgen en vanaf daar staat elke van de laatste 5 kilometers aangegeven. Hardop aftellen dus. Terwijl ik de dijk af loop richting de haven zag ik ineens een wel heel bekend Salomon-outfitje lopen. Met rokje, dus een man kon het niet zijn. Hoewel, na die tieten en piemels op het strand kon dat er ook nog wel bij. Maar het was Mildred, die vanaf kilometer 1 aan kop liep en het absoluut verdiend had om de eindzege binnen te hengelen. Maar het was op bij haar. Waar ik opleef van eindeloos veel asfalt wordt zij er letterlijk misselijk van. Er waren geen mooie bospaadjes, geen bergen, geen mul strand. Er was alleen maar asfalt tot de finish. Ik voelde me nog sterk en ging haar met een beetje pijn in m’n hart voorbij. Ik riep nog iets in de trant van ‘hou vol’ maar wist dat je dat helemaal niet wil horen na 115km met de finish in zicht. Maar het blijft sport. En dus gebeurde wat ik allesbehalve verwacht had: ik liep naar de winst. Wat gaaf om dit mee te maken. Ik had nog genoeg energie over om van m’n laatste kilometer de snelste van allemaal te maken. Praten lukte niet meer dat laatste stuk, maar genieten des te meer. Nog een paar high 5s en daar was de plek waar ik die ochtend in het donker begonnen was. 

Felicitaties, bekende gezichten en een heerlijke Skuumkoppe die (de toch wel trotse) trainer Gerrit voor me had gehaald wachtten me op bij de finish. Ik had geen idee van m’n tijd, maar het maakte ook niet uit. De zon brak door, en een voor een druppelden de 60km en 120km lopers binnen. Ik ben snel onder de douche gesprongen en heb de rest van de middag in m’n joggingbroek bij de finish gestaan om iedereen binnen te halen. En dat is bijna nog mooier dan zelf lopen. Sommigen helemaal kapot maar zo trots, anderen fris en vrolijk. Iedereen een eigen verhaal. Mijn verhaal bleek nog een happier ending te krijgen want na de 1e ronde in 5u27 liep ik de 2e ronde nog iets sneller. Dat betekende een eindtijd van 10u47 en dus ook nog eens een parcoursrecord. Ook Mildred liep onder het oude parcoursrecord en als 3e vrouw kwam Spartathlete en Tour-de-Francer-to-be Jannet Lange binnen. 3 tough cookies. Allemaal met hun eigen avontuur op Texel. En ik……ik heb daarna wa-wa-wa-waanzinnig gedroomd en toen ik wakker werd bleek het nog echt waar ook. 

Léonie van den Haak 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.