Een mooi maar raar rondje

EEN MOOI MAAR RAAR RONDJE

Atletiekwereld nr.6, 17 april 1991  door: Piet Wijker

De Zestig van Texel

Vreemd genoeg is de groeiende populariteit van het lopen op de weg in ons land bij de marathon blijven steken. Deelname daaraan nam in de jaren tachtig soms zelfs folkloristische trekjes aan en werd voor een beetje sportieveling zo ongeveer een “must”. Hardlopers die een marathon niet lang genoeg vonden, bleven echter onbegrepen of werden eenvoudig voor gek verklaard. Die situatie is eigenlijks nauwelijks veranderd. Niet in de laatste plaats, omdat de KNAU bij het propageren van de “ultraloop” niet bepaald voorop loopt. Maar er gloort hoop. Het hardlopen in de bergen wint aan populariteit. En onlangs diende zich in dit métier een interessante nieuweling aan: de 60 km van Texel. Een loop op een gevarieerder parkoers dan we in deze branche gewend waren.

Over één ding waren de deelnemers aan de eerste 60 km-loop van Texel op Tweede Paasdag het eens: het parkoers was zwaar, maar leuk, mooi en afwisselend. De Atletiekvereniging Texel, organisator van het evenement, had een traject uitgezet dat het gehele waddeneiland bestreek en waar in de eerste 25 km na de start zelfs twee forse stukken strand (bij elkaar 11,5 km) waren opgenomen. Via fietspaden door de duinen tot aan de noordpunt van het eiland strekte het parkoers zich vervolgens uit over de waddendijk, die grotendeels buitendijks moest worden afgelegd. Pas 5 km voor het einde boog het parkoers weer de Texelse binnenlanden in , waarna de finish plaatsvond op de wielerbaan in Den Burg. Een parkoers kortom, waaraan de liefhebber zijn hart kon ophalen en waarin niet, naar later zou blijken, het strand maar de waddendijk voor scherprechter speelde.

 

Inspirator

 

Wie antwoord tracht te vinden op de vraag, welke drijvende kracht schuilgaat achter dit initiatief om juist op Texel een ultraloop te organiseren, hoeft niet lang te zoeken. Sinds historicus Jan Knippenberg – ultraloper van het eerste uur en door zijn publicaties bekend als hartstochtelijk propagandist voor deze tak van de wegatletiek – naar Texel verhuisde, zo’n jaar of acht geleden, stond vast dat het er vroeg of laat van moest komen. Wat niet wegneemt, dat je wel de omstandigheden mee moet hebben plus de mensen om zo’n wegwedstrijd te organiseren. Die blijken op Texel aanwezig en voor de rest was het een kwestie van tijd. Knippenberg: “Misschien is het waar, dat ik hier de inspirator van ben. Maar ik moet zeggen, dat de organisatie verschrikkelijk veel heeft gedaan, hoor. Kijk, ik heb zijdelings adviezen gegeven en gezegd: daar en daar moet je op letten. Want het is natuurlijk toch een raar rondje en best wel zwaar. Maar het is ook een mooi rondje en het is weer ‘ns een keer een heel rondje. Ik denk dat dit even moet groeien.”

De organisatoren van AV Texel hadden het zichzelf overigens bepaald niet gemakkelijk gemaakt. Want naast de 60 km-loop die openstond voor individuele wedstrijdatleten en prestatielopers, had men ook mogelijkheden voor deelname gecreëerd voor estafetteteams, die konden kiezen tussen een 4×15 km wedstrijd dan wel prestatieloop en een 2×30 km prestatieloop. Bovendien gingen er op de estafette-wisselpunten ook nog individuele prestatielopers voor respektievelijk een marathon, een 28 km en een 15 km loop van start. En tot slot werd er door een aantal Texelse vrouwenteams aan 8×7.5 km loop-/fiets prestatie-estafette deelgenomen. Kortom, de Texelse atletiekclub had zich met al dit geren en gevlieg en het over het eiland moeten transporteren van zowel deelnemers als organisatie-medewerkers nogal wat op de hals gehaald. Bij het zorgvuldig opzetten van dit omvangrijke programma was de hulp van een computer dan ook noodzakelijk gebleken. Knippenberg: “Martien Baars heeft dit allemaal op de computer zitten berekenen, want dat is een echte wetenschapper van het NIOZ (Ned. Instituut voor Onderzoek der Zee – red.). Die vindt dat prachtig. Maar uit de evaluatie zal blijken, of we dit in de toekomst zo moeten blijven doen”.

Hoe dan ook, van de 267 op Texel in aktie komende lopers kozen er totaal 49 voor de 60 km individueel, waaronder 32 wedstrijdlopers. Onder hen bekende ultralopers als Vughtenaar Wim Akkermans, winnaar van de 100 km van Winschoten in 1988, de houder van het 24-uurs-rekord Ron Teunisse uit Castricum, good old Joop Keizer (“ik heb al een tijdje geen wedstrijden meer gelopen, maar het lopen nooit in de steek gelaten en altijd wel getraind”), bergloop-propagandist Ton Smeets en Jan Knippenberg himself, die zich normaal op langere afstanden concentreert, maar nu meende niet te mogen ontbreken. Een nieuw gezicht in dit gezelschap was dat van Heemskerker Aad Butter, verpleegkundige in het psychiatrisch ziekenhuis Duin en Bosch te Castricum, die door zijn kollega’s min of meer tot deelname aan deze ultraloop was uitgedaagd onder het motto: “Die loop je toch niet uit”. Een marathontijd van 2.29.06 uit 1989 was alles, wat van hem genoteerd stond.

 

Voortvarende start

 

Toen ’s morgens even na half elf bij het NIOZ het startsein voor de 60 km-loop werd gegeven, was het niettemin dezelfde Aad Butter die zich, tezamen met Wim Akkermans, aan de kop van het veld nestelde en direkt een fors tempo ontwikkelde. De weersomstandigheden waren niet daverend. Het was kil, maar droog en gedurende het eerste deel van de wedstrijd hadden de lopers de wind in elk geval in de rug. Dat leidde ertoe, dat na een half uur koers het elkaar niet kennende, maar eendrachtig samenwerkende duo Akkermans/Butter op het Noordzeestrand al een voorsprong van 3 minuten had opgebouwd op een tweede duo, bestaande uit Joop Keizer en Apeldoorner Rinus Groen. Ron Teunisse kwam alleen lopend (een lot dat hem een groot deel van de wedstrijd beschoren bleek) als vijfde door.

Bij EcoMare, het eerste estafette-wisselpunt, was de situatie in zoverre gewijzigd, dat de beide koplopers hun voorsprong verder hadden uitgebouwd tot bijna 4 ½ minuut op Rinus Groen, die het op dat moment samen oplopende tweetal Keizer en Teunisse een kleine 1 ½ minuut achter zich wist. Jan Knippenberg en Cees Verhagen volgden weer een minuut later. De doorkomsttijd van de kop van het veld in 1.10.49 op dit punt deed vermoeden, dat een tijd onder de 4 uur tot de mogelijkheden moest behoren. Ton Smeets kwam hier als elfde wedstrijdloper overigens op zijn sokken door! De man uit Geldrop had zijn loopschoenen aan de kant gesmeten, omdat hij inmiddels zijn hielen had stukgelopen. De eerste vrouw die EcoMare passeerde was Letteke Broekman uit Waddinxveen. Zij noteerde een doorkomsttijd van 1.25.38. Op het tweede estafette-wisselpunt, bij vakantiepark De Sluftervallei, even voorbij halfkoers, was de voorsprong van het voortdurend samenwerkende duo Akkermans/Butter inmiddels opgelopen tot bijna 9 minuten op de naar de derde plaats opgerukte slowstarter Ron Teunisse. Deze lag op zijn beurt ruim 40 seconden voor op Keizer en Groen, die elkaar opnieuw hadden gevonden. Knippenberg – die van schoenen had moeten wisselen – en Verhagen waren inmiddels uit de kop van het veld weggevallen en voorbij gestoken door Lammers, Berkhout en prestatieloper Hartemink.

 

Pestwind

 

De volgorde in de wedstrijd was hiermee, naar later zou blijken, goeddeels bepaald. Zij het dat er nog 20 km waddendijk moest worden overbrugd, waar zonder onderbreking tegen een gestaag aanwakkerende wind moest worden opgetornd. Hoe verstandig het was dat Akkermans en Butter al zo vroeg tot samenwerking hadden besloten, bleek juist daar. Afwisselend werd het kopwerk gedaan, iets waar de alleen lopende Ron Teunisse slechts van kon dromen. “Wat een pestwind. Je wordt er gek van” liet de man uit Castricum zich bij de passage van het 50 km-punt ontvallen. Na afloop meldde hij zelfs enige tijd te hebben overwogen om zich vanwege de wind terug te laten zakken tot het groepje Keizer-Groen. Ergens rond datzelfde punt moet de nog steeds op zijn sokken lopende Ton Smeets de ongelijke strijd tenslotte hebben opgegeven. Intussen was het duel aan de kop, ondanks het door de wind teruggezakte tempo, ongemeen spannend en bleven Akkermans en Butter niet voor elkaar onderdoen. Totdat Wim Akkermans een kilometer of 4 voor de finish in moeilijkheden raakte: “Ik kreeg steken in mijn milt en problemen met mijn ademhaling. Dan houdt het op. Maar ik heb lekker gelopen en voel me ook niet moe, echt niet”, aldus de Vughtenaar aan de finish. Die de overwinning van Aad Butter ruiterlijk erkende: “D’r is vandaag maar één man winnaar en dat is Aad. Ik ben tevreden.” Aad Butter, in de laatste kilometers landinwaarts nog ruim een minuut op Akkermans uitlopend, vond het jammer niet binnen de 4 uur te zijn gefinisht, maar was tevreden met zijn prestatie. “Het ging gemakkelijk. Na ongeveer een kilometer of vijftig deden mijn benen wat zeer, maar toch kon ik wel lekker doorgaan. Eerlijk gezegd had ik verwacht iets sneller te lopen dan 4 uur. Maar dat had met het weer te maken. En het parkoers, dat mij helemaal onbekend was. Het strand vond ik niet zo erg. Daar hadden we windje mee. Maar die afschuwelijke dijk! Het is de laatste keer dat ik die loop”.

 

De laatste die met een eindtijd van 4.57.35 de wedstrijd binnen de 5 uur volbracht, was tevens de eerste vrouw: Letteke Broekman, in het totaalklassement als 14e finishend. De 41-jarige Waddinxveense – 4 jaar geleden met lopen begonnen om van het roken af te raken – had tot nu toe alleen in marathons ervaring opgedaan. “Toen ik in een tijdschrift over deze loop las, door duin en over strand, leek me dat fantastisch. En het viel me mee. Alleen die wind op het laatst, die nekte je. Op een gegeven moment kon ik er gewoon niet meer tegenop. Maar ik vond dit een goede ervaring”. Dat gevoel van tevredenheid overheerste trouwens bij de finish. Men prees het initiatief van de Texelaren, al had men hier en daar ook wel wat kritiek. Wim Akkermans: “Ze zullen er in ieder geval voor moeten zorgen dat er voorop iemand meegaat. Want nu waren er stukken waar de auto niet voorop reed. Daar moet dan gewoon een fietser of zo meegaan, een man op een motor, of weet ik wat. Dat vind ik heel belangrijk. We hebben momenten gehad, dat we de mensen zelf naar de kant moesten roepen, omdat wij er anders niet door konden. Maar je moet dat niet zien als negatief hoor. Echt niet. Ik kom terug, natuurlijk”!

Knippenberg tenslotte: “Ja kijk, de eerste keer is het lastigst. Maar dan heb je een draaiboek, dan kun je evalueren. Ik hoop, dat we dit door kunnen zetten. Ik denk dat het een mooi rondje is, heel afwisselend. Alleen, heb je weinig wind, dan wordt zo’n dijk ook heel anders. Want dit was bar, hoor. Maar ja, ergens hoort het erbij. Dat is Texel. Daarom is het ook een zware loop, toch”.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.