Veel debutanten op De Zestig van Texel extrapoleren vanuit hun marathon-eindtijd naar een streeftijd voor de 60 km op Texel. Meestal wordt dan de moeilijkheidsgraad van Texel meer of minder onderschat. Hier worden een paar richtlijnen voor meer realistische eindtijden op de 60 km op Texel gegeven. Â
Een mooie vuistregel is: Texel is geen 60 km maar qua zwaarte eigenlijk 70 km (met dank aan Koos Rademaker voor de suggestie). En dan krijgen we de volgende extrapolatie.
Tabel 1. Richttijden voor De Zestig van Texel op grond van de aanname van 70 in plaats van 60 km
| vlakke marathon | Texel ’70 km’ | |
| tijd | km/uur | |
| 2:20 | 18 | 3:53 |
| 2:25 | 17,5 | 4:00 |
| 2:35 | 16,5 | 4:15 |
| 2:55 | 14,5 | 4:50 |
| 3:15 | 13 | 5:23 |
| 3:30 | 12 | 5:50 |
| 3:50 | 11 | 6:22 |
| 4:15 | 10 | 7:00 |
Aan de hand van de uitslagen van de Ronde om de Haarlemmermeer (de Schipholloop) is de zwaarte van het parcours van Texel wat meer statistisch onderbouwd. Het oorspronkeljke artikel dateert van 27 augustus 2006: Lees artikel Kort samengevat, de vergelijking tussen de Haarlemmermeer en De Zestig van Texel levert Tabel 2 :
Tabel 2. Richttijden voor De Zestig van Texel op grond van eindtijden op normaal parcours van 60 km
Â
| vlakke marathon | vlakke 60 km | Texel 60 km | ||
| + circa 10% | + circa 10% | |||
| tijd | km/uur | tijd | km/uur | tijd |
| 2:20 | 18 | 3:38 | 16,5 | 4:00 |
| 2:25 | 17,5 | 3:45 | 16 | 4:07 |
| 2:35 | 16,5 | 4:00 | 15 | 4:24 |
| 2:55 | 14,5 | 4:30 | 13,3 | 4:57 |
| 3:15 | 13 | 5:00 | 12 | 5:30 |
| 3:30 | 12 | 5:30 | 10,9 | 6:00 |
| 3:50 | 11 | 6:00 | 10 | 6:30 |
| 4:15* | 10 | 6:30 | 9,2 | 7:00 |
*) Mensen die langzamer zijn dan 4.15 op de marathon, lopen gerede kans om op Texel door de bezemwagen ingehaald te worden. Als ze op eigen risico doorlopen en buiten de limiet van 7 uur finishen, worden ze sinds 2005 niet meer met een eindtijd in de uitslag opgenomen.
De boodschap is duidelijk: reken je niet te snel voor Texel, want als men op een te simpel schema weg gaat dan valt de eindtijd op Texel bijna altijd tegen! Daar komt bij dat de ‘rottigheid’ van Texel vooral in de eerste 30 km zit , zoals ook in ‘Het zand van Texel’ is beschreven. Dus men kan het beste heel behoudend starten en zich dan na driekwart, als men zich nog goed voelt en de overige omstandigheden ook redelijk zijn, pas op een mooie finishtijd gaan richten.
Als voorbeeld een naïeve debutant die op Texel voor het eerst voorbij de marathon gaat lopen. Voor die marathon heeft hij of zij een keurige eindtijd van 3.30 staan. Nu is de planning om voor Texel nog wat meer te trainen dus is er de verwachting dat men de snelheid van 12 km/u van de marathon kan vasthouden. Men hoopt dan dat men mag extrapoleren volgens het eenvoudige rekensommetje: 60 km gedeeld door 12 = 5 uur. In werkelijkheid houdt hij of zij die 12 km/u niet vol over 60 km, dus het wordt 5.30 als het parcours vlak zou zijn. En reken er dan voor Texel nog maar een half uur bij, dus eindtijd 6.00 (of volgens Tabel 1 dan iets sneller: 5.50). Misschien zijn die Tabellen 1 en 2 hierboven wat aan de pessimistische kant (en voor ervaren ultralopers zeker overdreven), maar de organisatie ziet liever opgetogen dan uitgebluste ultradebutanten aan de finish. Het maakt psychologisch groot verschil of de loper de hele 60 km tegen zijn eigen schema loopt te knokken en zwaar moet inleveren vergeleken met een loper die van de prachtige route geniet en dan ook nog in 5.45 finisht in plaats van de 5.50 tot 6.00 uit bovenstaand voorbeeld. De voldoening is dan toch heel wat groter.  Ten behoeve van de lopers met al de nodige ervaring op de 50 km is hier een veel scherpere nschatting van de mogelijkheden. De gehanteerde vuistregels is dat de loopsnelheid 5% lager is op de 50 km dan op de (vlakke) marathon en dat de gerealiseerde loopsnelheid op Texel nog weer 5% lager zal zijn. Dan komen we op het volgende.  Tabel 3.
Richttijden voor De Zestig van Texel op grond van eindtijden op normaal parcours van 50 km
| vlakke marathon | vlakke 50 km | Texel 60 km | |||
| +cira 5 % | +cira 5 % | ||||
| km/uur | km/uur | km/uur | |||
| 2:20 | 18 | 2:55 | 17,1 | 3:41 | 16,3 |
| 2:25 | 17,5 | 3:00 | 16,7 | 3:47 | 15,9 |
| 2:35 | 16,5 | 3:11 | 15,7 | 4:00 | 15 |
| 2.55 | 14,5 | 3:37 | 13,8 | 4:34 | 13,2 |
| 3.15 | 13 | 4:02 | 12,4 | 5:05 | 11,8 |
| 3.30 | 12 | 4:22 | 11,4 | 5:31 | 10,9 |
| 3.50 | 11 | 4:46 | 10,5 | 6:00 | 10 |
| 4.15 | 10 | 5:15 | 9,5 | 6:37 | 9,1 |
Gezien het niveau van de favorieten op de 60 km is er een kans dat zowel het parcoursrecord bij de mannen als bij de vrouwen verbroken zou kunnen worden. Ten behoeve van die deelnemers (en voor de volgers van de wedstrijd) worden hier de tussentijden (op de oude wissel- of meetpunten) gegeven.
Tussentijden huidig parcoursrecord Gerrit van Rotterdam (1995)
Turfveld (De Dennen) circa 15.4 km 1:02:20
Oorsprongweg plus 14.2 km = circa 29.6 km plus 54:55 = 1:57:15
Krassekeet, plus 15.4 km = circa 45 km plus 58: 37 = 2:55:52
Finish, plus 15.3 km = 60.3 km plus 1:01:24 = 3:57:16
Tussentijden huidig parcoursrecord Birgit Lennartz (1997)
Turfveld (De Dennen) circa 15.4 km 1:05:27
Oorsprongweg plus 14.2 km = circa 29.6 km plus 1:02:57 = 2:08:24
Krassekeet , plus 15.4 km = circa 45 km plus 1:09:20 = 3:17:44
Finish, plus 15.3 km = 60.3 km plus 1:18:13 = 4:35:57
Het blijft natuurlijk mensenwerk en sterk afhankelijk van de omstandigheden op 25 april. Een meer ontspannen benadering is er vanuit gaan dat een parcoursrecord ‘je overkomt’ en dat een record-eindtijd over zo’n afstand als op Texel toch maar in beperkte mate te regisseren en te voorspellen valt. Wat dat betreft is het ook heel nuttig om het parcours van te voren in gedachten te visualiseren, zie het boeiende betoog van Jaap Vis hoe je je mentaal op de 60 km wedstrijd op het eiland moet voorbereiden: lees artikel Helaas zal Jaap zelf op 25 april niet als loper voor de 11ekeer aan de start staan. Hij heeft zich afgemeld wegens een hardnekkige blessure van een achillespees. Wel wil hij de Zestig bijwonen en waarschijnlijk gaat dat gebeuren als fietser namens de organisatie bij de tweede man of bij de eerste vrouw in de wedstrijd.
Martien Baars