Texelse nieuwe (Irene van Wijk)
Ze deden het al voor de tiende keer. Business as usual zou je denken. Je start, je loopt een stukje en je finisht. Tussenin wat “hup” en “hou vol”, een beetje koek, een slokje zopie, wat weer en wind, of zon en zeezand, mogelijk moed en wellicht wanhoop, pietsie pijn, meestal moeite en natuurlijk ladingen lieve (lekkere) lammetjes. Voor ons habitus geen verrassingen meer, het is al onze 5ekeer (huh). Dat dachten we.Nog voor we een pas gelopen hadden sloeg de vernieuwing echter toe. De gebruikelijke plastic tas bleek een matruschka: er zat een tas in. Voor op de rug. Als je niet rent maar wandelt. Of fietst, dat mag ook hoor. Voorzien van het vertrouwde Zestig van Texel. Daar kun je je mee vertonen op de Dam! Of in Parijs. Bewonderende blikken zul je oogsten, dat is zeker. Je kunt er ook dingen in meenemen. Handig. Die Texelse nieuwe stelde tevreden.
Uit de tas kwam het shirt. Op weg naar de boot was het geheim al verklapt: de kleur was rood deze keer. Dat hadden we gedacht! Ook hier nouveautés: Texel gaat op chique. Het shirt had een kraagje! Wit op beschaafd bleu, in polo-vorm. Kun je ook mee naar de Dam of Parijs. En dan niet om in te slapen. Volgende keer een V hals variant voor de vrouwen; moet je kijken wat er met de dames deelname gaat gebeuren.
Derde verrassing: de startnummers. Twee per persoon. Te mooi om na afloop weg te gooien. Geen flodder-, maar fotopapier. Met naam en nummer op een bedje van Texelse foto. Kregen al die bekende loopgezichten, die je overal tegenkomt, ineens een naam. Kon ik onderweg tegen Hans zeggen dat Alexander en ik een band hebben. Vanwege hetzelfde hotel. En zagen we ook gelijk wie de criminelen onder ons waren. Albert H. bijvoorbeeld. Dat moet een boef geweest zijn anders was zijn hele achternaam wel vermeld.
Onze borst en rugversiering (nummer is echt een te magere omschrijving) gaf ook informatie over de prestatieplannen. Dus die mannetjes die zo hard voorbij sjeesden ontmoedigden me niet meer: duidelijk estafette. En elke kanjer met 120 op de rug kon op extra aanmoediging rekenen. Tenminste, zolang ik daar nog lucht voor had.
Tja, die lucht. Nieuw was de lucht van mest toen we de boot afkwamen. Waarschijnlijk om de hyacinten te stimuleren straks alsnog, zoals vanouds, te gaan geuren.
Ook nieuw was de luchtverplaatsing: zomaar mee in de tweede helft. Dat was voor mij voor het eerst. Helaas hielp het niet. Sterker nog, het was wat warm. Waardoor ik, nog een noviteit, zowaar zonder shirt ben gaan lopen. Geen porno hoor, de borsten bedekt maar de ribben vrij. Sidonia langs de dijk, zo zag het er uit. Denk ik.
Niet nieuw voor Texel maar wel voor mij waren twee heel eigen Irene-supporters. Ik moet eerlijk zijn: het kwam door mijn, ook al nieuwe, fietsster. Maar toch, ze hadden ook kunnen gaan slenteren op het strand, of paaseieren zoeken in polder, of zonnen in de Slufter. Dat deden ze niet, ze doken steeds weer op langs de route. En bij de finish. Met bloemen, ook nieuw voor mij.
De finish; ook daar lag Texelse nieuwe: een meedogenloze mat. Die van mijn zelf gemeten 5 uur 59 minuten en 39 seconden gewoon 6 uur en 2 honderdste maakte! En waar na 7 uur, ook weer meedogenloos, de stekker uitgetrokken werd. Waardoor onze loopmaatjes Theo en Geline, toch niet de eerste de besten, zomaar niet meer meetelden met zeven uur 3 en zeven uur zeven.
Gelukkig was er ook heel veel als vanouds. De gesmeerde organisatie natuurlijk. En de persoonlijke aandacht. Waardoor bijvoorbeeld allen die na de stekker finishten toch in de erelijst op de site staan. In volgorde van binnenkomst. Waarmee niet opgeven, ook al heb je de halve weg een kreunende knie, toch de waardering krijgt die het verdient.
Ook als vanouds waren al die geweldige vrijwilligers, fietsers en supporters, die niet alleen voor eigen volk, maar net zo hard voor vreemden juichen. Die nu overigens, geholpen door de rug en borstversiering, ineens geen vreemden meer leken maar gewoon Wilma of Johan.
Helaas kon ik ze wel toelachen maar, na 28 kilometer, niet meer antwoorden. Mijn fietser heeft het moeten doen met handgebaren. Niets meer kletsen, bij hoge nood alleen een moeizaam “ja” of “nee”. Want dat was ook als vanouds: geen lucht, elk hellinkje happen naar adem.
Texelse nieuwe; ik hou er wel van. Voor vernieuwende tips tegen inspanningsastma (of behandelaars) hou ik me aanbevolen. Ik heb nog twee jaar. Dus dat zou moeten lukken.
Irene van Wijk